Denk je aan zelfdoding?

We zijn er voor je. 
Je kunt met ons geheel anoniem bellen of chatten.

Bel gratis 0800-0113 Chat met ons Teletolk
Bel of chat met ons
Zoeken

De werkwijze van CANS

Zorgen over een mogelijke toename in zelfdodingen naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 zijn aanleiding geweest om in maart 2020 de Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS) op te richten. In korte tijd groeide CANS uit tot een betrouwbare informatiebron voor onder anderen beleidsmakers, (zorg)professionals en netwerkpartners. 

Actuele cijfers van forensisch artsen

De Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS) monitort het aantal zelfdodingen in Nederland. Zelfdoding is een niet-natuurlijk overlijden. Na elke zelfdoding wordt daarom een forensisch arts ingeschakeld. De arts noteert de bevindingen in een schouwverslag. Op basis van kerngegevens uit schouwverslagen weet CANS elke maand hoeveel zelfdodingen er hebben plaatsgevonden. Schouwverslagen worden vrijwel altijd direct gemaakt. Daardoor zijn de gegevens van CANS maximaal één maand oud. Bijvoorbeeld: in april bespreekt CANS het aantal zelfdodingen in maart. 

Zelf-toegebracht letsel als indicator van suïcidepogingen

Naast suïcides monitort CANS sinds 2025 ook zelf-toegebracht letsel. De monitor is gebaseerd op gegevens uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL. Daarin staan slachtoffers geregistreerd die met letsel zijn behandeld op de spoedeisende hulpafdeling van een representatieve selectie van ziekenhuizen in Nederland. In naar schatting 75% van de gevallen gaat het (waarschijnlijk) om een suïcidepoging. Personen die meerdere keren op de spoedeisende hulp gezien worden, worden meerdere keren geteld. In verband met kwaliteitscontrole bespreekt CANS de gegevens van VeiligheidNL ongeveer drie maanden later. Bijvoorbeeld: in april bespreekt CANS het aantal gevallen van zelf-toegebracht letsel in januari. 

Maandelijks bijeen

CANS komt eenmaal per maand bijeen om de meest recente cijfers te bespreken. De vergadering wordt voorbereid door 113 Zelfmoordpreventie. 113 Zelfmoordpreventie verzamelt alle cijfers en vergelijkt deze met cijfers uit eerdere maanden. Hiervoor wordt de ‘stoplichtmethode’ gebruikt. Wanneer het aantal zelfdodingen of zelf-toegebracht letsel gemiddeld is of lager, is het stoplicht groen. Bij geel en oranje is het aantal zelfdodingen of zelf-toegebracht letsel hoger dan gemiddeld. Wanneer het stoplicht rood is, is het aantal zelfdodingen of zelf-toegebracht letsel sterk verhoogd. 

CANS maakt maandelijks een stoplicht voor het totaal aantal zelfdodingen en zelf-toegebracht letsel in Nederland. Daarnaast wordt er een stoplicht gemaakt voor mannen, voor vrouwen, voor jongeren (<30 jaar), voor mensen van middelbare leeftijd (40-69 jaar) en voor ouderen (70+ jaar). 

Expertgroep

Wanneer daar aanleiding toe is, kan CANS een expertgroep bijeen roepen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er een rood stoplicht gezien wordt. De expertgroep probeert vragen te beantwoorden als: “Wat is de oorzaak van het hoge aantal zelfdodingen?” en “Welke maatregelen zijn nu nodig?”. De expertgroep kan ook opdracht geven voor vervolgonderzoek. Dit gebeurde bijvoorbeeld in 2022, toen er een stijging gezien werd in het aantal zelfdodingen onder jongeren en jongvolwassenen. 

Aanvullende gegevens

Schouwverslagen geven een compleet en betrouwbaar beeld van het aantal zelfdodingen in Nederland. Maar er zijn meer partijen die gegevens met CANS delen over het aantal zelfdodingen in Nederland. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Nationale Politie, die bij zelfdoding vaak wordt opgeroepen. Zulke partijen hebben een deel van – maar niet alle – zelfdodingen in beeld, en kunnen belangrijke signalen oppikken. Ook de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd, de NS en Supranet GGZ delen signalen. 

Privacy en persoonsgegevens

Alle gegevens uit schouwverslagen, uit het Letsel Informatie Systeem en aanvullende gegevens van andere partijen worden op groepsniveau aan CANS verstrekt. Een voorbeeld van gegevens op groepsniveau is: “In [naam van de maand] overleden er [aantal] mensen van middelbare leeftijd (40-69 jaar) door zelfdoding”. Zulke gegevens zijn niet herleidbaar naar personen.