Denk je aan Zelfmoord?

We zijn er voor je. 
Je kunt met ons geheel anoniem bellen of chatten. 

 

 

Bel gratis 0800-0113 Chat met ons
Bel of chat met ons
Zoeken
113 in gesprek

113 in gesprek: Harry Horsman, klinisch psycholoog, RadboudUMC in Nijmegen.

Met 113 in gesprek verdiept 113 Zelfmoordpreventie zich in de werkzaamheden van professionals uit verschillende sectoren. In deze editie gaan we het gesprek aan met Harry Horsman, klinisch psycholoog op de afdeling medische psychologie in het RadboudUMC in Nijmegen. Hier ontfermt Harry zich o.a. over transgender personen binnen het Expertisecentrum voor Geslacht en Gender. We spraken Harry via telefoon en e-mail om meer te leren over hoe suïcidepreventie werkt binnen zijn werkzaamheden en werkomgeving.

Hoi Harry, bedankt voor het meedoen aan dit interview, zou je ons wat meer kunnen vertellen over jezelf en wat voor werk je doet?

Ik ben Harry Horsman, werk als klinisch psycholoog op de afdeling medische psychologie in het RadboudUMC te Nijmegen. Ik werk met name voor het Expertisecentrum voor Geslacht en Gender in de transgenderzorg. We zijn sinds maart jl. gestart en we hebben een multidisciplinair team waar we kinderen en jongeren tot en met 17 jaar begeleiden in de medisch transitie. Komend jaar komt daar de transgenderzorg voor volwassenen bij. Als klinisch psycholoog richt ik me op zowel de diagnostiek van genderincongruentie, als ook op de begeleiding e/o psychologische behandeling tijdens de fase van puberteitsremmers, of cross-hormoonbehandelingen. We werken in het team nauw samen met kinderendocrinologen, verpleegkundig specialisten, psychiaters, gynaecologen (fertiliteitsarts) en een medisch ethicus. Naast zorgtaken ben ik ook betrokken bij het onderwijs voor de opleiding Geneeskunde.

Wat maakt jouw werkvlek/werkzaamheden interessant en uitdagend?

Het werken in een multidisciplinair team is ontzettend leerzaam en heeft heel veel meerwaarde omdat de medische zorg voor transpersonen soms eenvoudig, maar soms ook complex kan zijn.

Wat ik zelf erg leuk vind is dat het team nieuw en erg gedreven is, we zijn lerend en de sfeer is goed. We zijn niet ontevreden hoe het gaat, krijgen veel mooie feedback, maar we zijn elke dag bezig om de zorg verder te verbeteren. Dit geldt voor zorginhoudelijke zaken, maar ook met betrekking tot de inrichting van onze zorgprocessen. Het mooie is dat er veel contact is met andere zorgverleners uit Nederland om te kijken hoe we de zorg goed op elkaar kunnen afstemmen en kunnen samenwerken. We hebben ook goede banden met belangenverenigingen voor transpersonen zoals Transvisie en TNN. Het veld en de zorg voor transpersonen is in ontwikkeling en dat maakt dat het een dynamisch werkveld is. Er zijn landelijke en mondiale veranderingen gaande over wat goede zorg is, er zijn maatschappelijke bewegingen en er zijn organisatorische ontwikkelingen waar we allemaal op moeten inspelen. Dat vraagt flexibiliteit van een team en ik merk dat iedereen hier enthousiast aan meewerkt.

Wat is iets wat mensen niet zouden associëren bij je werk/werkzaamheden?

Geen idee, misschien het bespreken van de soms heel praktische kant van bijvoorbeeld de sociale transitie? Waar kleedt iemand zich om, gaat iemand naar de jongens of meiden-wc? Niet dat het me uitmaakt waar iemand naar de wc gaat, maar het kan tot sociale ongemakkelijke situaties leiden als je niet van te voren nadenkt over dat soort zaken. Soms kan het navragen van zulke praktische zaken ineens een heel goed beeld geven waar de jongeren in hun leven tegenaan lopen en kan het interessant zijn hoe iemand dergelijke dingen aanpakt. 

Is zelfmoord een wezenlijk iets binnen jouw werkzaamheden/sector en in welke context komt het dan voor?

Veel transjongeren worstelen met hun identiteit, of hebben een ingewikkelde verstandhouding met hun lijf. Niet zelden leidt dat tot stemmingsproblemen. Uit onderzoek blijkt ook dat er meer kwetsbaarheid is voor het ontwikkelen van affectieve en angstklachten bij mensen met genderdysforie. We weten ook uit onderzoek dat er een verhoogde kans is op suïcide en doodsgedachten bij transpersonen, maar het onderzoek is uiteenlopend qua cijfers. Het is dus zeker een wezenlijk onderdeel van onze zorg. In elke fase van de transitie is het belangrijk om hier aandacht voor te hebben. 

In het onderwijs aan geneeskundestudenten komt omgaan met suïcidaliteit en suïcidaal gedrag ook aan bod. Ik werk dan samen met trainingsacteurs en we leren studenten in gesprek te gaan over suïcidaliteit met patiënten. Dit onderwijs vinden de studenten vaak spannend aan het begin, maar ze zijn altijd erg gemotiveerd en na afloop geven ze vaak terug dat suïcidaliteit niet iets is waar je bang voor hoeft te zijn om als professional over in gesprek te gaan en ze verbazen zich hoeveel je kunt betekenen door er over te praten.

Radbacumc

Harry Horsman is werkzaam als klinisch psycholoog in het Expertise Centrum Gender & Geslacht binnen het RadboudUMC

Hoe word hier mee omgegaan in het kader van preventie?

We hebben preventie niet als apart onderdeel in onze zorg ingericht. Wel wordt hier actief in het diagnostische traject, maar ook in het behandeltraject naar gevraagd. Mijn klinische indruk is overigens dat het starten van het traject en het zicht krijgen op de medische transitie vaak voor verlichting zorgt bij de jongeren die ik spreek.

Ook heb ik de indruk dat er vaak voor de coming-out meer stemmingsproblematiek en eventueel daarmee gepaard gaande suïcidegedachten bestaan, maar ik kan niet zeggen of deze indruk ook in de onderzoeken terugkomen.

Zelf denk ik wel dat we suïcide als thema in ons team nog verder kunnen onderzoeken, we zijn met verschillende disciplines aan het praten welke onderzoeksvragen we willen behandelen, suïcide zal hierbij zeker ook voorbij komen. Heel concreet hebben we hier nog geen plannen voor echter.

Kunnen we als samenleving iets betekenen voor deze groep mensen/jouw branche?

Zonder al te veel als een idealist te willen klinken denk ik wel dat we als samenleving heel veel kunnen betekenen voor transpersonen. Maar dit geldt eigenlijk gewoon voor iedereen. Wees nieuwsgierig en laat je verwonderen als je iemand tegenkomt die er anders uitziet, zich anders gedraagt, of anders denkt dan jijzelf. Een andere mening, of een ander uiterlijk is niet direct verkeerd. Verdiep je in de ander. En als je daar geen zin in hebt, laat de ander lekker anders zijn. Dat geeft tenminste een beetje kleur aan de wereld. Veel jongeren die ik spreek durven gelukkig zichzelf te zijn, toch hoor ik te vaak ook de andere kant. Wanneer we als samenleving ruimte geven aan kleurrijke mensen, scheelt dat een hoop leed voor iedereen.

 


 

113 in gesprek is een artikel verbonden aan de nieuwsbrief voor (zorg)professionals van 113 Zelfmoordpreventie.
Een twee-wekelijkse uitgaven voor professionals, door professionals.
Klik hier om deze nieuwsbrief te ontvangen.

Wil je zelf een bijdrage leveren of meer vertellen over jouw werkzaamheden of branche?
Stuur dan een e-mail naar [email protected]